Top-10 baanbrekende agroforestry pioniers inspireren door samen te werken met de natuur
Op 5 december werden de 2 winnende baanbrekers van 2023 bekend gemaakt. Agroforestry collectief Kuinderbos en de Kwaalburgse hoeve. Beiden pioniers van het eerste uur en verdiende winnaars.We willen jullie ook de volledige top 10 niet onthouden. Verrassend divers en inspirerend. Ze spelen een actieve rol in het groot maken van agroforestry in Nederland. De meesten ontvangen agroforestry geïnteresseerden op eigen bedrijf. Om ze te inspireren en opgedane kennis en kunde mee te geven. Maar ook gewoon om ze te laten genieten van het mooie landschap.
Wat agroforestry zo bijzonder maakt is dat het natuur en voedselproductie weer samen laat gaan. We brengen de (bio)diversiteit weer terug in het landschap en ervaren de voordelen die dat voor onze productie heeft. We brengen het gevoel voor de voordelen van met de natuur mee produceren weer terug. Dat vraagt om pioniers zoals deze omdat wat vroeger heel normaal was nu gezien wordt al buiten de lijntjes kleuren. Dat geeft altijd weerstand. Alle pioniers in de top 10 zijn ergens op die weerstand gestuit en weer doorgegaan. Weerstand vanuit collega’s in de omgeving, vanuit de gemeente of uit diverse andere hoeken.
Een ander punt wat deze pioniers verbindt is dat ze de waardering voor voedsel, en hoe het geproduceerd wordt, terug brengen. Dat gaat niet vanzelf en vaak in eerste instantie in lokale kring. Mijn favoriete quote “We zouden de boer moeten betalen om ons gezond te houden in plaats van de dokter om ons beter te maken”. Daar zijn we in Nederland aardig van afgedreven de afgelopen decennia. We putten langzaam maar zeker onze landbouwgrond uit. Op dit moment kunnen we dat nog compenseren met middelengebruik, kunstmest en import van diervoeder. Vraag is wat dit met de voedingswaarde en gezondheid van ons voedsel doet. Agroforestry is een van de manieren om stapje voor stapje het leven in de bodem weer terug te brengen en daarmee de natuurlijke productiviteit. Het lijkt logisch dat een natuurlijk gebalanceerd productiesysteem ook tot gezonder voedsel leidt. De pioniers in de top tien vertellen graag over de kosten die ze besparen met het planten van bomen en gezonder maken van hun landbouwgrond. Meerderen halen er ook al een deel van hun inkomen uit. Voorlopig met name in de vorm van betaalde CO2 vastlegging in de bomen en in de grond. De pioniers werken met de natuur mee, biologische certificering is dan een relatief kleine stap. Voor hen is dit een goed georganiseerde en erkende vorm om producten met meerwaarde te verkopen aan afnemers als Ekoplaza. De klanten die hier komen zijn meer dan de gemiddelde Nederlander geïnteresseerd in natuurlijkheid en gezondheid. Misschien dat regeneratieve productie zoals agroforestry ook een meer herkenbare vorm van erkenning richting professionele afnemers en consumenten gaat krijgen. Mogelijk een van de prioriteiten van de werkgroep marktvraag en verdienvermogen.
1. Agroforestry collectief rondom Kuinderbos
Wat het meest opvalt aan dit collectief is de nauwe samenwerking tussen de boswachter van het Kuinderbos en de betrokken boeren. In overleg is besloten de opgelegde “grens” tussen natuur en productief land open te stellen en de synergie op te zoeken. De koeien voelen zich goed en beheren het natuurgebied. Ze “snoeien” de bramen terug en verlengen de bloesemboog voor insecten. De kosten voor bijvoeren en de dierenarts gaan omlaag. Daardoor hebben de boeren met minder koeien toch een fatsoenlijk netto inkomen. De zaailingen die door Staatsbosbeheer gerooid worden herplanten ze onder leiding van de boswachter als hagen op de aangrenzende boerenbedrijven. De harde grens vervaagt en juist in het overgangsgebied neemt de soortenrijkdom sterk toe.
2. De Kwaalburgse Hoeve
Jan en Marie Louise bewijzen met hun Kwaalburgse hoeve dat ook uitgeputte zandgrond te regenereren is. Ze zijn 10 jaar geleden begonnen met biologische rijenteelt van walnoten, hazelnoten, tamme kastanjes en windhagen. Daarmee tegen het gevestigde geloof in het bewijs leverend dat er een natuurlijk alternatief is voor de “substraatteelt” die daar nu de norm is. Het gehalte organische stof in de grond is sterk toegenomen, de grond houdt vocht veel beter vast. Dit is met name in doge maanden een groot voordeel. De praktijkkennis die de boerenondernemers opgedaan hebben dragen ze actief uit en heeft veel betekend voor de opkomende notenteelt in Nederland.
3. Aards
Thamar Bovend’Eerdt van Aards gebruikt agroforestry principes om sierteelt met de natuur mee mogelijk te maken. Deze combinatie was ook voor de juryleden verrassend. Aards produceert bloemen, siertakken, fruit en noten. Fruit wordt als ruw product verkocht (bijvoorbeeld appels) maar ook op de boerderij verwerkt tot sap of jam.
4. Schevichoven
Maarten van Dam en Jeroen Plesman van Schevichoven willen bewijzen dat regeneratieve landbouw commercieel uit kan, ze zijn goed op weg en weten veel positieve aandacht voor agroforestry te krijgen. Ze organiseren zelfs opleidingen. Op Schevichoven telen ze in rijen, volgens regeneratieve permacultuur principes. Ze experimenteren onder andere met soortencombinaties om op natuurlijke wijze plaagdruk te verminderen. Niet elke soort slaat aan dus er wordt veel al doende geleerd. Met Boerschappen hebben ze een flexibele afzetpartner gevonden met een groot consumenten bereik. Daarnaast telen ze kruiden voor Wilderland.
5. Bloemenweidemelk
Ramona van Schalkwijk is een creatieve boeren onderneemster. Ze heeft in de afgelopen jaren haar zuivelbedrijf stapsgewijs met agroforestry weten te verrijken. Ze introduceerde voedselhagen om het welzijn en de gezondheid van haar koeien te vergroten. Ze stapt van raaigras over op kruidenrijk grasland en plant notenbomen en bessen in het weiland. Ramona is ook goed in het creëren van vraag naar haar producten. Met bloemenweide melk en kaas geeft ze de waarde van haar, steeds biodiversere, producerend systeem een plek in de marketing van haar producten. Inmiddels heeft zij ervoor gezorgd dat er in Woerden een onbemande Oogst vestiging is geopend voor directe verkoop aan consumenten. De eerste cateraar heeft zich gemeld voor haar bloemenweide kaas. De notenbomen zijn grotendeels gefinancierd door omwonenden. Via een crowdfunding actie dragen zij de kosten voor hun eigen boom in ruil voor een deel van de toekomstige oogst.
In het eerste jaar van haar agroforestry activiteiten reageerden collega’s uit de buurt nog kritisch. Inmiddels krijgt ze van dezelfde collega’s steeds vaker de vraag hoe ze het allemaal voor elkaar krijgt.
6. Doornik Natuur Akkers
“Denk niet onmiddellijk aan de directe opbrengsten van heggen en bomen. De indirecte opbrengsten (biodiversiteit en nog 40 andere diensten die bomen en heggen hebben) zijn minstens net zo belangrijk”. Aldus Louis Dolmans, de pionier achter dit boerenbedrijf. De helft van de inkomsten van Doornik Natuurakkers wordt verdiend met het leveren van betaalde ecosysteemdiensten voor het omringende park Lingezegen. De andere helft door biodynamische teelt van oergranen en lupinen. De granen worden via een molen verkocht aan bakkers in de buurt en leveren zo een goede prijs op.
7. Janmiekeshoeve
John Heesakkers van de bosboerderij Janmiekeshoeve zet agroforestry in als productieve natuurcorridor tussen twee natuurgebieden. Ze werken met een grote diversiteit aan soorten. Van vruchtdragende bomen en struiken tot eenjarige teelten. Zoogkoeien en legkippen scharrelen tussen de bomen en struiken. John helpt de lancering van Boslekker. Dit nieuwe merk ontwikkelt lekkere houdbare producten van agroforestry ingrediënten. De ambitie is om de relatief kleine volumes per soort van verschillende agroforestry boeren bij elkaar te brengen, te verwerken en te verkopen. Dan kunnen de boeren hun aandacht richten op het telen en oogsten en wordt er tegelijkertijd aan een herkenbaar “gezicht” richting een bredere consumentengroep gebouwd.
De tip van John: “Agroforestry kan een invulling zijn om de toekomstige klimaatverandering het hoofd te bieden. Bomen en struiken kunnen zowel langdurige droge perioden als natte weersomstandigheden overbruggen. Het brengt "leven" terug op de akker!”
8. Veld 4
Melissa Den Beer Poortugael speelt met Veld 4 een belangrijke rol in het versnellen van de Nederlandse hazelnoten en walnoten teelt. Ze schonen en verwerken noten van verschillende telers uit de regio tot mooie producten zoals olie, nougat en broodbeleg. Ze zijn een veelgevraagde expert in mechanisatie van notenteelt. Ze ontwikkelen en importeren apparaten en machines voor efficiënter onderhoud van notenbomen en de oogst en verwerking van noten.
9. VOF de Walnoothoeven en D'oevenslikeur
Geert van der Kaa van VOF de Walnoothoeven en D'oevenslikeur heeft tot tevredenheid van zijn kippen de vrije uitloop veldjes omringd door hakhout singels van bloeiend en vruchtdragend hout. Op elk perceel heeft hij walnoten geplant met daar tussen allerlei soorten houtig kleinfruit. Het kleinfruit wordt geoogst door omwonenden als zelfpluktuin en wordt nu ook gebruikt om er wijn en likeur van te maken. Pionier zijn kent ook tegenslagen, er was gewerkt met walnoten zaailingen en de noten boorvlieg tiert welig dus zijn de walnoten als serieuze inkomstenbron nog onzeker.
10. De Groene Kust
De Groene Kust van Adriaan Wisse combineert agroforestry met legkippen en akkerbouw. De eieren zijn de voornaamste bron van inkomsten. Agroforestry levert zijn kippen voedsel en een schuilplaats. De voerkosten zijn in de zomer 50% minder, de rest scharrelen ze zelf bij elkaar. Zowel het planten van bomen als het gebruik van een mobiele kippenstal werd door (lokale) regeldruk en wantrouwen erg tegengewerkt. Op het moment dat vogelgriep rondwaard kan de uitloop van de kippen beperkt worden tot de ren onder de mobiele stal. De kippen worden bijgevoerd met zelf geteeld graan. De eieren en toekomstige oogst vanuit de bomen en struiken worden lokaal verkocht. Ze gebruiken geen bestrijdingsmiddelen en antibiotica in de bedrijfsvoering.