8 Typen agroforestry in de Nederlandse landbouw
Vanuit het onderzoeksproject PPS Verdienmodellen Agroforestry hebben het Louis Bolk Instituut en Wageningen University & Research gewerkt aan een typering van agroforestrysystemen in Nederland. Dit geeft een snel beeld van hoe agroforestry in Nederland tot uiting komt.
Diversiteit
Agroforestry kent een grote variatie aan verschijningsvormen. Dit biedt veel kansen om agroforestrysystemen te realiseren die passen bij de specifieke wensen en doelen van een agrariër of bij bepaalde typen landschap of uitdagingen in en specifiek gebied. Deze grote verscheidenheid aan systemen levert echter ook belemmeringen op.
Belemmeringen
In de praktijk hebben ondernemers, beleidsmakers en andere stakeholders soms verschillende beelden en ideeën bij de term agroforestry. Hierdoor wordt er vaak langs elkaar heen gepraat, wat kan leiden tot verwarring, onbegrip en misvattingen.
Daarnaast zorgt de diversiteit aan agroforestrysystemen ervoor dat het moeilijk is om concrete uitspraken te doen over de prestaties en functies van agroforestry in het algemeen. Er wordt veel gesproken over ‘het verdienmodel’ van agroforestry, en over ‘de bijdrage’ van agroforestry aan maatschappelijke diensten, zoals bijvoorbeeld biodiversiteit, waterkwaliteit en koolstofvastlegging. Maar de systemen zijn simpelweg te verschillend om hier generieke uitspraken over te kunnen doen en dit te kwantificeren.
Overzicht en structuur
Om meer structuur aan te brengen in de grote verscheidenheid aan verschijningsvormen en om overzicht te geven worden in deze factsheet acht verschillende typen agroforestrysystemen beschreven. Op deze manier ontstaat meer zicht op de diversiteit aan agroforestrysystemen. Deze typering heeft als primair doel om gerichter onderzoek te kunnen doen naar kansen en effecten van de verschillende systemen, maar deze kan mogelijk ook ingezet worden in beleid, voorlichting en advisering en om ondernemers meer inzicht te geven in de mogelijkheden van agroforestry.
Werkwijze
Voor de typering is gekeken naar agroforestrysystemen die in Nederland het meest in de praktijk voorkomen of waar plannen voor worden gemaakt. Omdat de meeste systemen nog jong zijn, en de praktische toepassing en het verdienmodel nog niet volledig zijn uitgewerkt, is nog niet met zekerheid te zeggen in welke mate de systemen opschaalbaar zijn.
Daarmee is dit nadrukkelijk een eerste aanzet tot typering, waarbij de auteurs willen benadrukken dat er nog vele tussenvormen en andere type systemen mogelijk zijn